Lees vrijblijvend onze tips als u een houtkachel wilt kopen.

  1. Zorg voor de juiste grootte van uw kachel in verhouding tot de ruimte die u wilt verwarmen

    Koop niet een te grote houtkachel. Vraag de verkoper welk vermogen je nodig hebt voor de ruimte die je wilt verwarmen. Een kachel werkt het zuinigst als je hem op half tot heel vermogen stookt. Met een te grote of te kleine kachel verspil je brandstof.

    In veel gevallen heeft een kachel een te grote capaciteit. Het wordt dan al snel te warm tijdens het stoken, waardoor u het vuur gaat temperen (smoren). Hierdoor komen er veel meer schadelijke stoffen vrij omdat sprake is van onvolledige verbranding. Op Internet zijn verschillende sites met een rekentool of een grafiek waarmee u de benodigde capaciteit kunt berekenen, in de praktijk is het beter om een specialist in te schakelen hiervoor. Deze specialist kan uw situatie als geheel beoordelen en u adviseren.

    Kies een houtkachel met een hoog rendement. Op houtkachels kan een rendementslabel staan, maar dat is niet verplicht. Het label geeft informatie over het maximum vermogen, het rendement en de uitstoot van koolmonoxide (CO). 1 staat voor lage CO-uitstoot, 4 voor hoge.

  2. Laat uw schoorsteen en rookkanaal goed afstemmen op uw haard of kachel

    Met een goed afgestemde en geïsoleerde schoorsteen en rookkanaal worden de rookgassen op de juiste manier afgevoerd. Dit is belangrijk voor uw eigen gezondheid en voor het voorkomen van schoorsteenbranden. Laat een installateur bepalen of uw schoorsteen en rookkanaal geschikt is. Een rookkanaal dat te laag is, of dicht in de buurt van omliggende panden is aangebracht, kan een oorzaak zijn van overlast omdat de houtrook zich niet goed kan verspreiden. Ook een regenkap op het rookkanaal kan de uitstroom van de rookgassen belemmeren een reden zijn voor een slechte verspreiding.

  3. Open of gesloten kachel

    Open houtkachels hebben geen aparte aanvoer voor lucht. Ze gebruiken lucht uit de kamer waar ze staan, ook als er glas of een deurtje voor de vlammen zit. Is de aanvoer van lucht (via een open raam of rooster) minder dan de kachel nodig heeft, dan ontstaat onderdruk. Verbrandingsgassen gaan dan niet via de schoorsteen naar buiten, maar komen de kamer in. Een open raam of ventilatierooster is dan echt nodig: een houtkachel gebruikt bijvoorbeeld 250 m3 lucht per uur.

    Gesloten houtkachels hebben een extra pijp om de lucht voor het vuur aan te voeren van buiten de woning. Gesloten houtkachels zijn veiliger en hebben een hoger rendement.

  4. Stookgedrag afhankelijk van soort haard of kachel

    Een speksteenkachel of tegelkachel vraagt een ander stookgedrag. De kachel warmt langzaam op, het duurt ongeveer 2 uur voordat het steen is opgewarmd. Daarna geeft de speksteenkachel of tegelkachel regelmatig en urenlang warmte af.

  5. Let op kwaliteitslabels

    Let op kwaliteitslabels: Een nieuwe houtkachel moet de EU-verplichte CE-markering hebben: die garandeert veiligheid van de kachel en een minimaal rendement.

  6. Let op koolmonoxide

    Wees bij gebruik van een kachel alert op de uitstoot van koolmonoxide (CO). Signalen zijn vermoeidheid, hoofdpijn en ademhalingsproblemen (die kunnen leiden tot verstikking). Het is verstandig om een koolmonoxidemelder te gebruiken. Deze geeft een alarmsignaal voordat de hoeveelheid CO in de lucht gevaarlijk wordt.